
Eigenaarschap bij leerlingen? Het ABC van een effectieve leercoach
Zelfregulatie en eigenaarschap: soms lijkt het wel alsof we het over niets anders meer hebben in het onderwijs. En zo gek is dat ook niet, want leren is natuurlijk méér dan kennis tot je nemen. Om goed voorbereid te zijn op hun toekomst is het essentieel dat leerlingen zélfgrip hebben op de manier waarop zij leren. Ofwel, dat ze de eigenaar zijn van hun eigen ontwikkeling.
Dat gaat niet vanzelf. In jouw rol als leercoach kun je jouw leerlingen wel helpen om dit te leren. Stap voor stap, zodat ze uiteindelijk zelf de sleutel in handen hebben tot zelfregulatie en meer succes.
Wij spreken veel docenten die worstelen met het vormgeven van hun rol als leercoach. Liefst zouden ze een Toolbox of kant-en-klaar stappenplan krijgen, waaraan ze zich kunnen vasthouden. Was het maar zo simpel… De rol van leercoach is niet zomaar een techniek die je na enige oefening in je vingers hebt. Het is een houding, die van invloed is op alles wat je zegt en doet. Deze houding is gebaseerd op vijf praktijkprincipes, die we graag met je delen.
A = Afstemming
Een effectieve leercoach stemt af op de leerling. Dat klinkt verraderlijk makkelijk, maar het vraagt veel om écht in de huid van de leerling te kruipen. Je dient oprecht nieuwsgierig zijn om te weten wat er in een leerling omgaat en hoe een leerling het leren ervaart. Oordeel daarbij niet, maar luister naar wat de leerling zegt.
Om te illustreren wat we bedoelen, geven we een voorbeeld van een leerling die het zichtbaar moeilijk vindt om na de uitleg met een opdracht aan de slag te gaan.
Leerling: “Ik kan het toch niet”
Docent: “Jawel joh, je kan het wél!”
Deze reactie van deze docent is absoluut goed bedoeld, toch kan de afstemming beter. De opmerking komt voort uit zijn eigen beeld van de leerling, maar strookt niet met de beleving van de leerling zelf. De leerling denkt dat hij het niet kan en ervaart dus een probleem. Accepteer wat de leerling ervaart; zijn beleving is een gegeven.
B = Betrokkenheid
Het is belangrijk dat de leerling voelt dat jij vertrouwen hebt in zijn leerpotentieel. Straal dat vertrouwen uit! Dit vertrouwen is de basis om samen met de leerling op een positieve manier te kijken naar zijn leermogelijkheden en belemmeringen.
Laten we even teruggaan naar de leerling uit ons voorbeeld, die zegt dat hij ‘het toch niet kan’. Vaak heeft zo’n opmerking te maken met een gebrek aan zelfvertrouwen. Benadruk dat de leerling het nog niet kan, laat hem dat desnoods letterlijk herhalen. Vervolgens kun je allerlei vragen stellen, waarmee je de leerling grip geeft:
“Ik zie dat je nadenkt maar ergens over twijfelt. Waar twijfel je over?”
“Wat heb je al geprobeerd?”
“Wat kun je doen als je de opdracht niet snapt?”
“Wat heb je nodig om deze opdracht te maken?”
C = Cyclisch werken
Het is een hardnekkig misverstand dat leerlingen het meeste leren van het uitvoeren van een opdracht. Wist je dat de stap ervoor (voorbereiding op de opdracht) en de stap erna (reflectie op de opdracht) veel meer leerervaring opleveren? Alle reden dus om daar in jouw rol als leercoach veel aandacht aan te besteden. Als leercoach ben je voor, tijdens en na de leertaak actief. Zo laat je leerlingen ervaren dat leren een cyclisch proces is.
Vragen die je voor de leertaak kunt stellen:
“Wat wordt er van je verwacht?”
“In welke volgorde ga je werken? En hoe bepaal je die volgorde?”
Vragen die je tijdens de leertaak kunt stellen:
“Hoever ben je op weg met deze oefening?”
“Hoe controleer je tussentijds of je nog het juiste aan het doen bent?”
Vragen die je na de leertaak kunt stellen:
“Wat levert het je op om het op deze manier te doen?”
“Waar twijfel je nog over?”
“Wat ga je de volgende keer anders doen om betere voortgang te boeken?”
Het stellen van dit soort vragen is eigenlijk een vorm van modelling. Je laat leerlingen zien dat ze door dit soort vragen grip krijgen op hun leerproces. Op een gegeven moment gaan zij ook zichzelf dit soort vragen stellen; uiteindelijk wordt het een automatisme. En dat is precies wat je als leercoach beoogt, want daarmee krijgt de leerling controle over zichzelf.
D = Doelgerichtheid
Je wilt dat leercoaching echt iets oplevert, dat de leerling de gestelde doelen haalt. Daarbij hebben we het bijvoorbeeld over doelen op het niveau van inhoud, product, resultaat en proces.
Benoem altijd het leerdoel van een les of opdracht. Je kunt de leerling ook helpen zelf leerdoelen te benoemen (feedup).
Bijvoorbeeld:
“Bij opdracht 1 mag ik nog hulp vragen aan mijn docent. Opdracht 2 moet ik zonder hulp proberen te maken.”
“Deze opdracht is gereed als de uitwerking aan de drie criteria voldoet.”
“Ik vraag om hulp als ik het niet begrijp en niet verder kom.”
Vanzelfsprekend kun je de leerling tussentijds aanwijzingen geven om het doel te bereiken (feedforward). Achteraf reflecteer je samen met de leerling op het bereikte resultaat en het handelen van de leerling (feedback).
E = Eigenaarschap
Leerlingen die zichzelf eigenaar voelen van hun leerproces: dat is waar je het uiteindelijk allemaal voor doet. Als je daarin slaagt, geef je de leerling onschatbare bagage mee. Want de huidige maatschappij vraagt om mensen die proactief zijn, zelf doelen stellen, kunnen plannen, eigen doelen kunnen realiseren en die realisatie evalueren zodat duidelijk wordt wat de volgende keer anders kan. Ofwel: zelfregulerend zijn.
Als leercoach leg je hiervoor een stevig fundament. Dat vraagt lef, ook van jou als docent. Want om het eigenaarschap van je leerlingen te vergroten, geef je zelf een stukje regie uit handen. Je geeft het roer aan de leerling.
We zijn benieuwd naar jouw ervaringen als leeroach. Deel je ze met ons?
Reacties
hi Ariena et Susan, ja ik, Mars(44) deel graag, met jullie, mijn ervaringen als leercoach en ben benewt hoe het gesprek zal vlotten.. hoe verder qua meeten..zullen we afspreken ergens onder 'tgenot van een cappuccino, tea of 'n sandwich, ik woon in a'foort. hartelijke grtz. Mars
Plaats een reactie