
Van spreekkracht naar pedagogisch gezag
Zo versterkt een school burgerschap écht!
Met de landelijke curriculumvernieuwing groeit de aandacht voor burgerschap, taalvaardigheid en sociaal-emotionele ontwikkeling als onderdeel van de basisvaardigheden. Hoe zet je als school spreekvaardigheid structureel in om burgerschap tastbaar te maken en taalvaardigheid te versterken? Hoe draagt dit bij aan een krachtig pedagogisch klimaat met minder gedoe en effectieve lessen?
Burgerschap is meer dan een beleidsplan!
Burgerschap is geen extra vak, geen invuloefening of projectweek. Het is de cultuur en uitstraling van je school: hoe we met elkaar omgaan, praten, aanspreken, begrenzen en ruimte geven. Burgerschap is niet altijd tastbaar het is een way of life. Want hoe waar is de uitdrukking: It takes a village to raise a child.
Alle socialiserende instituties in het leven van een leerling hebben invloed op het beeld van de wereld van dit kind. En in the village is de school een van de belangrijkste oefenplekken. Een plek waar leerlingen leren hun mening te geven, leren in gesprek te blijven met mensen die anders denken én leren hoe je herstelt als het misgaat. In de school is ruimte is voor nuance, voor verschil en natuurlijk voor groei.
De school als oefentuin voor burgerschap
Veel scholen worstelen met de basisvaardigheid burgerschap. Niet zozeer met wát er moet, daar is inmiddels aardig wat richting in gekomen, maar wel met hoe je het handen en voeten geeft in de school.
Want hoe voer je gesprekken over onderwerpen waar meningen botsen, of waar sommigen liever stil blijven? Waar kan deze spreekkracht kansengelijkheid bieden? En wat doet het met de sfeer in je school als leerlingen de straatcultuur thuis laten en leren om hun mening fundamenteel anders te uiten. Om langer na te denken voor ze iets zeggen en ook leren het perspectief van die ander te zien?
Spreken als pedagogisch gereedschap voor voorbeeldgedrag
‘Wie zwijgt, stemt toe’
Burgerschap is zichtbaar in de praktijk. In hoe je als docent bijvoorbeeld omgaat met spanningsvolle momenten. Laat je die ene kwetsende grap lopen of benoem je hem? Leg je ongemakkelijke opmerkingen van collega’s naast je neer of zeg je er op een respectvolle manier iets van?
Tijdens trainingen hoor ik vaak: “Mijn leerlingen kunnen dit niet.” Of: “Het loopt altijd uit de hand.” “Het zijn altijd diezelfde leerlingen” Misschien begrijpelijk. Maar: wie zwijgt, stemt toe! Als je als docent of teamlid niets zegt bij gedrag dat indruist tegen de waarden van je school, geef je onbedoeld een signaal af: dit mag.
Handvatten om professioneel te reageren
Bij spannende situaties die dreigen uit de hand te lopen moet je als docent of pedagoog natuurlijk begrenzen. Dat is erg belangrijk. Tegelijkertijd kan je je afvragen hóe je begrenst en wát dan het leermoment is van de leerling. Daarom gebruiken wij de inzichten uit het Verbindend gezag en Geweldloos verzet van Haim Omer & Lebowitz:
- Niet escaleren, niet negeren
Je begrenst en zorgt dat het niet verder uit de hand loopt. Je spreekt dus duidelijk uit wat er op dat moment niet goed gaat. - Duidelijk zijn, zonder dreiging
Je zegt duidelijk wat de verwachting is van het gedrag van de leerling. Dit doe je vanuit een respectvolle houding, zonder dreiging. - Nabijheid zoeken
Het werkt als je als docent laat merken dat je er bent: de leerling ziet en hoort. Je erkent en begrenst tegelijkertijd. Ook al ging de escalatie tegen al jouw normen en waarden in. - Altijd werken aan herstel
Een leerling mag leren van zijn/haar eigen gedrag, emotie en uitingen. Dus ná het stellen van een grens kondig je het vervolg aan. Zijn alle partijen afgekoeld, dán kan je werken aan herstel. Dán volgt het echte leermoment.
De RULER-aanpak
Hoe geef je een leerling dat leermoment nadat je hebt ingegrepen toen de situatie in de klas escaleerde? Marc Brackett stelt dat emotionele intelligentie essentieel is voor succes op school en in het leven. Wanneer scholen bewust aandacht geven aan emoties en ze sociaal-emotioneel leren integreren in hun onderwijspraktijk, leren ze leerlingen vaardigheden aan die kunnen bijdragen aan meer verbondenheid en tolerantie in de school en minder gedragsproblemen. Bovendien helpt het bij hun taalvaardigheid.
De RULER-aanpak van Brackett is een mooi instrument om met pedagogisch gezag dat gesprek aan te gaan:
- Herken en pauzeer
Laat de leerling stil staan bij de escalatie. Wat voelde je en wat dacht je? Emoties kunnen je acties en woorden beïnvloeden. Wees je hiervan bewust. - Erken je eigen emotie
Laat de leerling onderzoeken waarom ze voelden wat ze voelden. Wat gebeurde er? Wat deden ze ervoor? Welke herinneringen hebben ze? Dit kan complex zijn. Belangrijk is een open, nieuwsgierige en niet-oordelende houding van jou als docent. Door de emotie te benoemen, verminder je de emotionele lading. - Labelen
Help de leerling woorden te vinden voor hun emoties. Dit maakt duidelijk wat er speelt, voorbij de basis emoties. Boosheid kan bijvoorbeeld variëren van afkeer en teleurstelling tot frustratie. - Kies een passende reactie
Leer de leerling een passende reactie te bedenken. Emoties zijn nuttig, geven grenzen aan en moeten niet genegeerd worden. Soms is diep ademhalen of jezelf positief toespreken voldoende. Het doel is dat leerlingen dieper nadenken en hun perspectief verbreden.
Kritisch of kwetsend? Zie het verschil.
Wat is het onderscheid tussen kritische meningen en grensoverschrijdend gedrag? Je moet als docent beiden kunnen onderscheiden én hanteren. Zoals Gert Biesta vrij vertaald stelt: onderwijs moet ruimte bieden voor discussie en ongehoorzaamheid, zónder de orde te verliezen.
Bijvoorbeeld:
- “Ik vertrouw de overheid niet.” → kritisch burgerschap, voer voor gesprek.
- “Homo zijn is een ziekte.” → grensoverschrijdend, vraagt om begrenzing.
Een praktijkvoorbeeld
Leerling: “Homo zijn is een ziekte. Dat is gewoon de waarheid.”
Docent: “Ik hoor je zeggen: ‘homo zijn is een ziekte’. Die woorden gaan voor mij over een grens. Op deze school willen we zorgen voor een veilige sfeer voor iedereen. We kunnen hier later verder over praten, maar dan op een andere manier. Denk vast na over wat dit doet met anderen. Wat wilde je hiermee zeggen? Ik help je daar graag bij.”
Een reactie zoals deze herhaalt de uitspraak feitelijk (zonder oordeel), geeft duidelijk een grens aan (schoolnorm) en opent ruimte voor gesprek en herstel (zonder de orde te verliezen).
We gebruiken hierbij de vier herstelvragen:
- Wat is er precies gebeurd?
- Wie heeft daar last van en wat doet dat met anderen?
- Wat dacht je zelf op dat moment?
- Wat is er nodig om het goed te maken?
Spreekkracht: de basis voor burgerschapsonderwijs
In Traject Spreekkracht van CPS werken we aan die oefenplek waar leerlingen leren hun mening te geven en in gesprek te blijven met mensen die anders denken. We trainen docenten om:
- Bewust stil te staan bij hoe ze spreken en wat ze voorleven.
- Leerlingen actief te begeleiden in spreken, luisteren en denken.
- Te reageren op ongemakkelijke of grensoverschrijdende opmerkingen, op een manier die verbindt én begrenst.
- Kritisch burgerschap te onderscheiden van uitsluiting en kwetsen.
Dit vraagt van jou als docent meer dan gespreksregels of een debatvorm. Leerlingen goed leren spreken helpt hierbij. Maar daarnaast vraagt het om pedagogisch gezag, een stevige basishouding en inzicht in de dynamiek van polarisatie.
In Traject Spreekkracht oefenen we met professioneel en bewust reageren: niet vanuit emotie, maar vanuit verbinding. Zo leer je hoe je ruimte geeft voor het gesprek én hoe je grenzen stelt.De kracht van Traject Spreekkracht ligt niet in een los lesje of project, maar het is een bouwsteen in je pedagogisch handelen.
Zo helpen we scholen om burgerschap geen papieren tijger te laten zijn. Geen bijlage bij het schoolplan, maar iets dat voelbaar is in de dagelijkse omgang.
- Door ruimte te maken voor gesprek.
- Door verschillen te mogen benoemen.
- Door te oefenen met nuance, taal, vertrouwen en respect.
Sluit aan op de nieuwe kerndoelen
Juist in het licht van de curriculumvernieuwing is het essentieel om burgerschap en spreekvaardigheid niet los te benaderen, maar als onderdeel van de bredere opdracht om leerlingen voor te bereiden op samenleven, denken en doen in een diverse en democratische samenleving.
Het gaat over leerlingen. Maar net zo goed over onszelf. Over wat we voorleven als docent, als collega, als school.
Wil jij dit ook op jouw school?
Ben je benieuwd hoe jouw school met Traject Spreekkracht de basis onder burgerschapsonderwijs kan versterken? Neem vrijblijvend contact met mij op. Mijn gegevens staan onderaan dit blog.
Ik denk graag met je mee over een aanpak die past bij jouw praktijk. Het Traject Spreekkracht is niet alleen voor de bovenbouw of voor maatschappijleer. Het is een manier voor alle docenten om met meer rust en vertrouwen het gesprek aan te gaan en een manier om leerlingen taal te geven voor hun denken, voelen en samenleven. In elk vak en daarbuiten.