
Juf van twee werelden
Derya Erdal-Uyar is leerkracht in groep 5 bij basisschool El Habib in Maastricht én kind- en jeugdtherapeut. Ze weet als geen ander wat taal kan betekenen én wat het betekent als die ontbreekt. Daarom pleit ze niet alleen voor goed taalonderwijs, maar ook voor een veilige omgeving waarin elk kind mag zijn wie hij is. “Ik weet hoe het voelt om niet de juiste woorden te hebben. Daarom wil ik mijn leerlingen niet alleen taal geven, maar ook zelfvertrouwen: het gevoel dat hun stem er mag zijn.”
Derya’s levensverhaal maakt duidelijk waarom juist zij zoveel waarde hecht aan mondelinge taalvaardigheid, zelfvertrouwen en verbinding. Derya werd in 1972 geboren in Nederland, als dochter van Turkse gastarbeiders. Haar ouders waren de eerste generatie nieuwkomers en het viel niet mee hun leven op te bouwen in een klein, gelovig dorp in Overijssel. Toen Derya acht maanden oud was, verhuisde ze, bij gebrek aan opvang in Nederland, weer terug naar Turkije om daar bij haar oma, opa en tantes te verblijven. Toen ze 2,5 jaar oud was, kwam ze terug naar Nederland en had al die afgelopen tijd slechts Turks gehoord en gesproken, op school zou ze pas Nederlands leren.
Zelfs jaren later nog was ze een stille leerling. Niet omdat ze niets te zeggen had, maar omdat ze de juiste woorden niet tot haar beschikking had. Derya had de taal niet om uit te drukken wat ze wist, wat ze vond, wat ze nodig had. En dat maakte haar in de ogen van sommige klasgenootjes een makkelijk slachtoffer. Ze herinnert zich nog goed dat ze een keer op weg naar huis werd uitgescholden en dat ze niet tot de juiste woorden en zinnen kon komen om zich te verweren. Dat werd het keerpunt: Derya was vastberaden te laten zien dat ze niet onderdeed voor de rest en stortte zich op de Nederlandse taal. Ze las alles wat los en vast zat en het werkte: ze ging zich steeds beter uitdrukken en kon ook op school steeds beter meekomen.
Heen en weer
Maar midden in die ontwikkeling diende zich opnieuw een grote verandering in haar leven aan: op haar achtste keerde ze met haar broertje en zusje terug naar Turkije. Wat eerder in Nederland gebeurde, gebeurde nu opnieuw in Turkije: Derya’s taalvaardigheid was niet goed genoeg om mee te komen op school. Haar Turkse woordenschat was het Turks van thuis, niet het Turks van school. Bovendien kon ze niet goed lezen en schrijven in het Turks.
Ze werkte hard en rondde haar Turkse middelbare school, vergelijkbaar met het vwo, met succes af. Ze had zich ontwikkeld tot een zelfverzekerde meid met een goed sociaal leven en ze wilde graag iets met Economie gaan doen, wellicht het zakenleven in. Maar op dat moment koos Derya’s gezin voor gezinshereniging. Derya kwam opnieuw naar Nederland, waar ze als 18-jarige weer opnieuw moest beginnen: ze volgde een taalcursus Nederlands en legde het inburgeringsexamen af. Hoewel ze slaagde en klaar was voor een vervolgopleiding, was haar Nederlands nog niet zo sterk als haar Turks. In het Turks was ze assertief, maar in het Nederlands bleef ze op de achtergrond. “Ik weet nog heel goed dat ik eens in de bus zat en ik mijn stempelkaart niet kon vinden. Ik wist wat ik wilde zeggen, maar ik had de woorden niet. De buschauffeur werd boos op me, hij dacht waarschijnlijk dat ik zwartreed. Kort daarna vond ik de kaart terug, hij lag bij mijn voeten. Ik heb nog getwijfeld of ik zou laten zien dat ik toch echt een buskaart had, dat ik niet gelogen had, maar ik heb het erbij laten zitten. Dat moment dat ik niet voor mezelf kon opkomen, dat ben ik nooit vergeten. Als je de juiste taal niet hebt, voel je je zo machteloos.”
Naar de PABO
Toch liet Derya zich niet uit het veld slaan. Ze besloot de PABO te gaan doen. Geen gemakkelijke opgave, want juist in het onderwijs wordt er van je verwacht dat je het rolmodel bent, óók, en misschien wel juist, op het gebied van taal. Derya moest hard werken om de leerstof te begrijpen en ze kreeg van haar begeleiders veel kritiek op haar taalniveau. Het leek wel alsof haar didactische en pedagogische vaardigheden daardoor niet eens werden opgemerkt. Derya is een perfectionist en dat maakte het voor haar extra zwaar: “Als je moeite hebt met de taal, dan voel je je kwetsbaar,” zegt ze. “Dan denk je dat anderen op je neerkijken.” Tijdens haar eerste jaar merkte een van haar stagebegeleiders dan ook op dat ze misschien beter maar kon stoppen met de opleiding. Bijna had ze dat ook gedaan.
Bijna, want toen ze bij Gabi Bruhne, haar docente op de PABO, aankondigde met de opleiding te willen stoppen, vroeg deze haar wat de reden daarvoor was. “Dat begrijp je toch niet,” had ze geantwoord. “Misschien begrijp ik je beter dan je denkt,” had haar docente gezegd. Ze werd gezien, ze werd begrepen. Dat was wat Derya juist op het moment dat ze wilde stoppen nodig had om haar doorzettingsvermogen weer aan te wakkeren.
De weg naar het leraarschap was er één van hard werken. Ze sprak de teksten die ze moest leren in op een cassetterecorder en luisterde alles daarna terug, zodat ze het beter zou begrijpen. Ze liet zich overhoren door haar nichtjes die beter waren in de Nederlandse taal. Nachtenlang studeerde Derya door, terwijl ze met een zaklamp onder haar deken woorden vertaalde in een schrift om haar kamergenoten niet te storen. Het was een lange weg, maar ze is er gekomen.
Aan de slag bij basisschool EL Habib
Sinds de start van basisschool El Habib is zij een van de bevlogen leerkrachten waarop de school kan rekenen. Op haar veertigste rondde Derya bovendien de opleiding tot kind- en jeugdtherapeut af. “Die studie heeft mij ook zoveel geleerd over mezelf. Uiteindelijk heeft alles op mijn pad me gebracht waar ik nu ben.” In alles wat ze doet, klinkt haar overtuiging door: elk kind heeft recht op kansrijk onderwijs. “Veel kinderen groeien op in gezinnen waar taal niet vanzelfsprekend is. Juist daarom is het zo belangrijk dat school een plek is waar zij wél de woorden krijgen om hun wereld te openen.” Ze heeft oog voor elke leerling, ook voor de teruggetrokken of stille leerling. En die betere kansen beginnen bij ons, de volwassenen. “Wij zijn allemaal coach binnen het systeem van een kind,” zegt ze. “Ouders, leraren, de buurt. Wij samen kunnen het kind maken of breken. Voor mijn leerlingen wil ik niet alleen een juf zijn, maar ook een kompas: iemand die hen helpt richting te vinden en hun eigen pad te bewandelen.”
Over Oracy op Islamitische basisschool El Habib
Op El Habib staat mondelinge taalvaardigheid (Oracy) centraal als fundament voor leren. Dat past bij de school: “Het gaat er bij ons om dat je jezelf kunt zijn. Cognitief en sociaal-emotioneel. Hun basis moet goed zijn en dat doen we onder andere door taalbevordering en door te werken aan het zelfvertrouwen van de leerlingen, daarna komt de rest.” Derya ziet het in haar klas: hoe kinderen leren omgaan met spreektijd, denktijd, met respect voor elkaar. Hoe ze hun gedachten leren verwoorden. En dat gaat verder dan alleen woordenschat, want taal bestaat ook uit gebaren en houding. “Je ziet het gewoon gebeuren,” zegt Derya. “Met meer taal groeit het zelfvertrouwen. Kinderen die durven te spreken, durven te uiten wat ze denken, wie ze zijn.”
Over Oracy
Bij Oracy combineer je het leren spreken met het spreken om te leren zodat het een centrale plek heeft in het leerproces. Het is meer dan mondelinge communicatie; het omvat ook luistervaardigheden, argumentatie en het vermogen om ideeën helder over te brengen. Zo integreer je mondelinge taalvaardigheid in het curriculum, help je je leerlingen om beter te communiceren en dieper te leren. Ook het leren over spreken in relatie tot bijvoorbeeld meertaligheid en identiteit staat centraal bij Oracy. Lees hier meer over hoe El Habib de kracht van Oracy inzet op school.
Daarnaast worden bij El Habib de ouders actief betrokken, ook zij gaan aan de slag met taal, samenvatten, gesprekken voeren. Want als een kind voelt: ik word gezien, gehoord, er is vertrouwen in mij, dan is er ruimte om te groeien.