Directe Instructie versus onderzoekend leren: op zoek naar de optimale combinatie
Wil je echte leerwinst boeken? Dan is er één aspect dat er keer op keer uitspringt: goede instructie, zo bevestigt de Inspectie van het Onderwijs. Tegelijkertijd bestaan er verschillende opvattingen over hoe die goede instructie eruit zou moeten zien. Want moet de leraar vooral sturend lesgeven (Directe Instructie), of juist ruimte bieden voor onderzoek en eigen ontdekking (onderzoekend leren)?
In dit blog licht ik beide benaderingen toe en plaats ik ze in perspectief. Want hoewel Directe Instructie en onderzoekend leren vaak tegenover elkaar worden gezet, kunnen beide onderwijskundige benaderingen elkaar juist versterken.
Directe Instructie: helder, gestructureerd en effectief
Directe Instructie (DI) is een gestructureerde instructieaanpak. Centraal staat het expliciet voordoen, uitleggen en begeleiden van leerlingen bij het aanleren van nieuwe kennis en vaardigheden. De les verloopt in vaste stappen: een heldere start, instructie en hardop voordoen, begeleid inoefenen en uiteindelijk zelfstandige verwerking. Het is voornamelijk een sturend model: de leraar brengt structuur aan, maakt denkstappen zichtbaar en begeleidt leerlingen stap voor stap naar beheersing van nieuwe kennis en vaardigheden.
De effectiviteit is in vele studies aangetoond, met positieve resultaten voor taal, rekenen en zaakvakken. Vooral leerlingen met minder voorkennis profiteren sterk van deze aanpak, maar ook de gemiddeld presterende leerling leert aantoonbaar beter wanneer de instructie helder is opgebouwd. De instructieaanpak werkt vooral goed wanneer de leerstof kan worden opgedeeld in overzichtelijke stappen.
Onderzoekend leren: actief denken en doen met de juiste begeleiding
Bij onderzoekend leren ligt het zwaartepunt van de activiteit bij de leerlingen. Zij onderzoeken, proberen uit, stellen vragen en ontdekken nieuwe inzichten. De rol van de leraar is meer ondersteunend: begeleiden, doorvragen, ruimte bieden en het proces structureren via de omgeving en met gerichte opdrachten. Het is voornamelijk een banende aanpak: het denk- en doewerk ligt bij de leerlingen en als leraar leid je het proces in goede banen.
Onderzoek laat zien dat deze methode vooral effectief is wanneer de leraar de juiste begeleiding biedt. In dat geval kan onderzoekend leren zelfs betere leerresultaten opleveren dan Directe Instructie. Maar (volledig) onbegeleid exploreren werkt minder goed: leerlingen hebben voldoende basiskennis nodig om tot diepgaand begrip te komen.
De optimale combinatie van instructievormen
Effectief onderwijs is geen keuze voor Directe Instructie of onderzoekend leren. Het zijn twee uitersten en als leraar beweeg je daar steeds tussen. De kracht van effectief onderwijs zit in de afstemming: weten wanneer sturing nodig is en wanneer ruimte voor onderzoek passend is. Het is de kunst om beide benaderingen op het juiste moment in te zetten, zodat ze elkaar versterken en leerlingen doelgericht en betekenisvol leren. Het vraagt om doordachte keuzes: wat is het doel, wat kunnen mijn leerlingen al, hoeveel tijd is beschikbaar en welke rol past bij deze fase van het leerproces?
Uit onderzoek weten we dat vier factoren bepalend zijn voor de meest passende mix van Directe Instructie en onderzoekend leren:
-
- Wat wordt geleerd?
a. Voor basiskennis en basisvaardigheden is directe, sturende instructie meestal het meest effectief.
b. Voor verdieping, transfer en conceptueel begrip kan begeleid onderzoekend leren meer opleveren. - Aan wie wordt het geleerd?
a. Leerlingen met weinig voorkennis hebben vooral behoefte aan duidelijke uitleg, structuur en kleine stappen.
b. Leerlingen met voldoende basiskennis kunnen meer profiteren van onderzoekende werkvormen, waarin ze zelf verbanden leggen en oplossen. - Door wie wordt het onderwezen?
a. Beginnende leraren en zij-instromers hebben vaak baat bij de voorspelbare structuur van Directe Instructie.
b. Ervaren leraren schakelen doorgaans makkelijker tussen sturend en banend, zonder de grip op het leerproces te verliezen. - In welke context?
a. In grote, heterogene groepen en beperkte tijd is een meer sturende aanpak vaak efficiënter om alle leerlingen een stevige basis te geven.
b. In kleinere groepen, of wanneer er rijk materiaal en meer tijd is, kan een meer banende, onderzoekende aanpak helpen om tot diepgaand begrip te komen.
- Wat wordt geleerd?
Meer weten over effectieve instructie?
Wil je binnen jouw school werken aan een krachtige en samenhangende aanpak voor instructie, waarin sturen en onderzoeken elkaar versterken? Bij CPS vind je trainingen effectieve instructie die gebaseerd zijn op onderwijsonderzoek en aansluiten bij de dagelijkse lespraktijk en de ambities van de school. Bekijk onze themapagina Instructie voor meer informatie of neem contact met mij op. Mijn contactgegevens vind je hieronder.
Bronnen
De Jong, T. et al. (2023). Let’s talk evidence – The case for combining inquiry-based and direct instruction. Educational Research Review, 39, 1-14.
Duncan, R.G. & Chinn, C.A. (2021). International handbook of inquiry and learning. New York: Routledge.
Stockard, J., Wood, T. W., Coughlin, C., & Rasplica Khoury, C. (2018). The effectiveness of direct instruction curricula: A meta-analysis of a half century of research. Review of Educational Research, 88(4), 479-507.
Sweller, J., Zhang, L., Ashman, G., Cobern, W. & Kirschner, P. (2023). Response to De Jong et al.‘s paper “Let’s talk evidence” – The case for combining inquiry based and direct instruction” Educational Research Review, https://doi.org/10.1016/j.edurev.2023.100584 .