Structureel betere resultaten met schoolbreed taalbeleid en lezen in het vo/vmbo
Op steeds meer scholen in Nederland wordt het al ingevoerd: twee keer per week lezen alle leerlingen en docenten tegelijkertijd twintig minuten; onafhankelijk van welk vak de leerlingen op dat moment hebben. Dit is een van de manieren om het vrij lezen te stimuleren en taalvaardigheid te verbeteren. Gezien de steeds slechter wordende leesresultaten geen overbodige luxe.
Vijftienjarigen lezen steeds slechter
De PISA-resultaten geven al sinds 2012 aan dat vijftienjarigen steeds slechter en met meer tegenzin lezen. Waarschijnlijk merk je het ook in de klas: leerlingen hebben geen zin in lezen, kunnen hun aandacht niet bij langere teksten houden en haken af als de tekst moeilijker is. Ook begrijpen steeds meer leerlingen de toetsvragen niet. Hun taal blijkt ontoereikend om de woorden te duiden en om zelf antwoorden te formuleren. En dat leidt tot slechtere schoolresultaten. Niet bij slechts één vak, maar schoolbreed.
Taal, leren en denken
Slechte taalvaardigheid heeft een enorme impact. Taal is namelijk nodig om te kunnen leren en te kunnen denken. En juist die vaardigheden zijn vereist om als zelfstandige burgers goed te functioneren in de kennissamenleving die Nederland is en wil zijn. Werk aan de winkel dus.
Aandacht voor taal bij alle vakken
Taalvaardigheid is dus niet alleen een doel van het vak Nederlands, maar ook een middel waarmee leerlingen kennis opdoen bij elk vak. Alle vakdocenten hebben daar dus een taak in. En deze taak levert gelukkig ook veel voordelen op. Want het oefenen met taal maakt een vak interactiever en leuker. En daardoor leren de leerlingen beter.
In elk vak kun je taal nog beter inzetten om leerlingen te helpen de stof te verwerken. Misschien begin je de les nu nog vaak met: wie heeft er nog vragen over het huiswerk? Het is makkelijk voor leerlingen om hier geen antwoord op te geven. Dat wordt heel anders als je ze bijvoorbeeld vraagt: welke opdracht vond je het moeilijkst en waarom? Hiermee nodig je ze uit na te denken en het gesprek aan te gaan. Het voordeel voor jou als docent is bovendien dat duidelijk wordt of ze de stof begrijpen.
Lezen stimuleren
Lezen is de belangrijkste manier om taalvaardigheid te ontwikkelen. Het vergroot de kennis en woordenschat, biedt ontspanning en verbetert het inlevingsvermogen. Maar hoe motiveer je ze om te gaan lezen? Laat ze inzien dat het nuttig is en ervaren dat ze het leuk vinden! Twee keer per week schoolbreed vrij lezen helpt daar bijvoorbeeld bij. Hieronder nog een aantal ideeën.
Boeken lezen voor meerdere vakken
Laat leerlingen bij Nederlands teksten van andere vakken lezen en daarover vragen beantwoorden. Dan lezen ze met een bedoeling. Ook boeken kunnen ze voor zowel Nederlands als een ander vak lezen: bijvoorbeeld De Aanslag ook voor geschiedenis en Wees onzichtbaar ook voor Mens en Maatschappij.
Recensies schrijven en boeken bespreken
Laat leerlingen recensies schrijven of elkaar vertellen over boeken die ze gelezen hebben. In presentaties, podcasts, filmpjes of bijvoorbeeld op een speciaal Instagram-account van school. Ook docenten kunnen hieraan meedoen.
Verplichte leeslijst beperken
Maak de verplichte leeslijst niet groter dan strikt noodzakelijk. Zorg liever dat leerlingen plezier aan lezen beleven door zelfgekozen boeken. Stel ook andere vragen over boeken dan de standaardvragen. Bijvoorbeeld: wat vond je wel en niet leuk aan het boek? Zou je het boek aan je klasgenoten aanraden?
Afstemming met bieb of mediatheek
Zorg dat de mediatheek op de hoogte is van de onderwerpen die aan bod komen bij de verschillende vakken. Laat die behoefte en ook leerlingen zelf mede bepalen welke boeken beschikbaar komen. En is er geen mediatheek? Stem dan af met de bibliotheek. Maak leerlingen bovendien wegwijs: leer ze hoe ze de juiste boeken vinden. Op deze leeftijd moet je ze het echt makkelijk maken en zorgen voor veel en interessant aanbod.
Structureel betere resultaten
Om taalvaardigheid structureel te verbeteren, en daarmee de schoolbrede resultaten, is gebleken dat meer nodig is dan de inzet van één of een paar van de bovenstaande middelen. Brandjes op deze manier blussen helpt zeker, maar duurzaam resultaat krijg je alleen als je ook aan brandpreventie doet. Dat betekent dat je eerst analyseert waar het probleem zit en dan pas oplossingen bedenkt en een plan maakt.
CPS heeft dit soort trajecten al vaak begeleid. Trajecten waar scholen ook NPO-middelen voor in mogen zetten. We onderzoeken altijd eerst de ervaringen met taalvaardigheid bij de docenten van alle vaksecties en bij leerlingen: wat gaat er goed en waar ondervinden ze hinder? Na deze taalscan zoeken we samen naar oplossingen: schoolbreed maar ook vakspecifiek. We betrekken de hele school bij het opstellen van een taalbeleidsplan, zodat de verbeteringen duurzaam zijn.
Meer weten?
Wil je weten hoe wij jouw school hierbij kunnen helpen? Kijk dan op https://www.cps.nl/taalonderwijsvo of neem dan contact op met een van onze adviseurs.